Thom Bonder reed met zijn vaste maatje Jan Withaar de Cape Epic. De renner van het Giant-Liv Benelux Off-Road Team kende een valse start door een val in de verkenning, maar de twee wisten zich toch naar een verdienstelijke 21e plek te fietsen in Zuid-Afrika. Bonder ondervond dat de edities toch telkens weer van elkaar verschillen en blik terug op de 2024-versie.
De val was minder natuurlijk, maar verder waren er ook veel positieve punten, vond de Drentse mountainbiker. ‘’Zo was het leuk dat mijn ouders ook voor de eerste keer mee waren. In deze editie zat voor mijn gevoel iets meer klimwerk dan het geval was in de eerdere edities die ik heb gedaan. Qua warmte was deze editie ook wel redelijk speciaal, omdat de koninginnenetappe zelfs werd ingekort door de hitte.’’ Veel mensen denken dat de deelnemers aan de Cape Epic veel wilde dieren zien, maar wie daarop hoopte, kwam volgens Bonder bedrogen uit. ‘’ Het speciale was misschien wel dat ik onderweg geen dieren gezien heb. Ik denk dat het voor hen ook te warm was. Maar uitdaging was er voldoende. Ik heb afdalingen gereden waarbij het zo stoffig was dat je eigenlijk zo goed als niets kon zien. Dit was wel wat uitdagend, ook voor het materiaal. Maar ik ben best een beetje trots op mezelf dat ik zowel in Andalucia als in de Cape Epic helemaal geen tegenslag op het gebied van materiaal heb gehad. Jan heeft nog wel wat pech gekend. Bij een etappe was het zo stoffig bij de start dat je ook bijna niets kon zien. Er viel iemand en toen lagen er zo 30 renners op de grond. Jan lag erbij en zijn schijf was hierdoor wat krom waardoor hij met een beetje een aanslepende rem reed. Ook reed hij er nog een spaak uit in de laatste afdaling van een etappe, wat ook geen problemen opleverde.’’
Tevreden terug kijken
Al met al kan Bonder voornamelijk tevreden terug kijken. ‘’Het was jammer dat ik voor de Cape Epic ten val kwam en hierdoor hechtingen in het gezicht had en schaafwonden en een zere pols opliep. Vooral de pols was de eerste dagen van de Cape Epic nog zeer gevoelig waardoor ik ging compenseren met andere lichaamsdelen en hierdoor minder power had. Verder ben ik blij dat we beide niet ziek zijn geworden of grote kwetsuren heb opgelopen. Bijna 35-40% van het elite/amateur veld is uitgevallen door uiteenlopende redenen, ik vind dit vrij schokkend. Jan raakte de laatste drie dagen leeg waardoor we denk ik wel het meeste eruit gehaald hebben al had ik wel een keer op een uitschieter in een etappe gehoopt.’’ De basis voor het verdere Europese seizoen is er. ‘Deze week neem ik even rust van het fietsen en wil ik het achterstallige werk en het werk aan mijn nieuwe huis oppakken. En dan het fietsen volgende week weer laten beginnen. Ik zal eerst vooral weer veel duurtrainingen moeten doen om te compenseren voor alle hoge intensiteitswerk wat ik de laatste weken heb gedaan met Andalusia en Cape Epic. Over 3-4 weken is het dan weer wedstrijden rijden! In mei wil ik goed zijn in de gravelwedstrijden en voor de MTB-wedstrijd in Nove Mesto.‘
’